Eisen aan geluidisolatie van een wand, als een product of element, worden geformuleerd met de aanduiding Rw. Om deze vast te stellen wordt het product, de wand of een wandconstructie zoals bijvoorbeeld gemetselde of gelijmde blokken of stenen, opgebouwd in een special laboratorium. Stelt u zich dat voor als twee trillingsgeïsoleerde bunker-achtige kamers met een meetopening ertussen, waarin de te testen wand wordt geplaatst. Alles is er daarbij op gericht om elke geluidoverdracht anders dan door de te testen wand te voorkomen.
Als een bestek voor een bouwwerk de eisen voor geluidisolatie aangeeft met Rw dan kan dat worden opgevat als een middelvoorschrift.
Rw is immers een producteigenschap.
En een wand, zeker een systeemwand, met goede specificaties wat betreft Rw kan, bij een slecht ontwerp of een slechte uitvoering
toch een resultaat opleveren dat wel aan het bestek voldoet maar niet voldoet aan de geluidisolatie die past bij het beoogde doel van het bouwwerk.
Ook het in het werk controleren van de prestatie Rw is in principe niet mogelijk. Dat kan, strikt gesproken, alleen in een lab.
Er is wel een R'w, bedoeld als "praktijkwaarde" maar het blijft zo dat een wand met een goede Rw
nog geen goed eindresultaat garandeert.
Een goed, maar gelukkig steeds minder vaak voorkomend, voorbeeld is dat van een systeemwand onder een verlaagd systeem plafond.
Als de wand tot aan het verlaagde plafond loopt, en daarboven geen schotten zijn geplaatst (met zeer goede afdichtingen),
dan kan de systeemwand nog zo goed zijn (hoge waarde van Rw), het verlaagde plafond bepaalt de geluidisolatie van de constructie als geheel (DnT;A),
en meestal is dat niet zo best.
Maar het kan ook zijn dat een wand met goede specificaties wat betreft Rw geplaatst is tussen twee betrekkelijk lichte wanden,
gasbeton is een voorbeeld van een ongunstige situatie. De wand zelf houdt het geluid voldoende tegen maar het geluid treft ook de lichte zijwanden.
Dat geluid kan, eenmaal omgezet naar trillingen in die constructie, de naburige ruimte bereiken en daar weer afgestraald worden.
Dat noemen we flankerende overdracht. Zie onderstaande illustratie.
Een derde voorbeeld kan worden gevonden als twee ruimten door een wand met een hoge waarde van Rw beide een matige sluitende deur
hebben naar een gemeenschappelijke verkeersruimte, en deze deuren zitten ook nog eens dicht bij elkaar.
Geluid kan dan via de beide deuren en de gang van de ene naar de ander ruimte komen, dat noemen we omloopgeluid.
Resultaat: een slechte DnT;A ondanks een wand met een goede Rw.
Als een bestek beoogt om een goed eindresultaat te verkrijgen dan is het sterk aanbevolen om zo'n eis te formuleren als een doelvoorschrift, dus met DnT;A.
Dan kan er nooit verwarring onstaan: de scheidingsconstructie wordt dan beoordeeld als een geheel,
materialen, ontwerp,geometrie en kwaliteit van uitvoering.