Geluidsmetingen zijn altijd nodig indien geluidspecificaties opgesteld moeten worden in verband met de machinerichtlijn of de richtlijn mobiele werktuigen. Het geluid op de bedienplaats moet altijd worden opgegeven in de gebruikershandleiding. Als dit hoger is dan 80 dB(A) dan moet ook het geluidvermogeniveau worden bepaald en gespecificeerd. Voor mobiele werktuigen moet het geluidvermogenniveau altijd worden vastgesteld, ongeacht het geluidniveau op de bedienplaats. Voor sommige machines die onder de betreffende richtlijn vallen geldt daarvoor zelfs een maximum. Het uitvoeren van geluidsmetingen ten behoeve van de machinerichtlijn is bij uitstek een specialiteit van Technisch bureau van Eeden.
Bij een geluidsonderzoek in verband met arbeidsomstandigheden is het daadwerkelijk uitvoeren van metingen aan te bevelen
als het vermoeden bestaat dat er sprake is van een te hoge blootstelling.
Een rapport met resultaten van een geluidsonderzoek geeft niet alleen aan welke acties eventueel ondernomen moeten worden, maar ook kan een belangrijk instrument zijn voor bewustwording, van werkgever en werknemer.
Niet voor niets is goede voorlichting een plicht als de actiewaarde voor het ter beschikking stellen van gehoorbescherming wordt overschreden.
Lees verder
Bij een vergunning-aanvraag of melding in het kader van het activiteitenbesluit kan een bedrijf worden verzocht om een
akoestisch rapport op te laten stellen.
Meestal is het op de plaats waar het geluid beoordeeld moet worden, bijvoorbeeld bij een nabije woning,
niet mogelijk om een zinvolle geluidsmeting uit te voeren. Het niveau van het stoorgeluid, vaak door verkeer, is veelal te hoog.
Meting van het geluid vindt dan plaats dicht bij de bron. Aan hand daarvan wordt de zogenaamde bronsterkte berekend.
Het geluid op het beoordelingspunt wordt vervolgens berekend met behulp van de bronsterkte en de berekende overdracht.
Er komt meestal veel meer bij kijken dan alleen geluidsmetingen.
Als de metingen en berekeningen wijzen op een overschrijding van de grenswaarden,
dan moeten er ook adequate maatregelen in een akoestisch rapport worden opgenomen.
Lees verder
Voor woningen die aan het bouwbesluit moeten voldoen zijn er duidelijke criteria voor het toetsen van de kwaliteit van
de geluidsisolatie. Het bouwbesluit stelt minimum eisen aan de mate van bescherming tegen geluid van buiten,
van de buren en van installaties. De eisen in verband met geluid van buiten en van de buren zijn eisen aan de isolatie,
de eisen aan het geluid van installaties (sanitair, lift en klimaat) zijn eisen aan het geluidniveau zelf.
Dit zijn landelijk eisen die gelden voor woningen gebouwd vanaf 1992. Vóór die tijd waren er wel normen of regelingen
die soortgelijke eisen bevatte maar deze waren vrijwillig.
Sommige gemeenten, zoals Amsterdam, schreven in de bouwverordening voor dat aan deze eisen moest worden voldaan.
Wij zijn volledig toegerust voor geluidsonderzoek in verband met luchtgeluidisolatie (muren) en contactgeluidisolatie (vloeren) tussen woningen,
en geluid vanwege installaties (bijvoorbeeld klimaat- en luchtbehandeling).
In Nederland wordt meting van geluidsisolatie uitgevoerd volgens NEN 5077.
Lees verder
Indien de nagalmtijd van een bestaande situatie bepaald moet worden dan kan dat het beste worden gemeten.
Voorspelling van de nagalmtijd kan het beste geschieden met akoestische modellering
of, voor eenvoudige situaties, met de rekenregel van Sabine of Eyring. Voor de laatstgenoemde methoden zijn online diverse tools beschikbaar.
Het bepalen van de nagalmtijd kan wenselijk zijn ter beoordeling van een sporthal of gymzaal,
een kantooromgeving of fabriekshal. Voor de deoordeling van een sporthal of gymzaal heeft NOC-NSF een norm opgesteld: ISA-US1-BF1.
Wij meten nagalmtijd met een bron die voldoet aan alle eisen van ISO 3382 en ISO 140-4, en met de Rion NA-28 met bouwakoestiek module.
Bij geluidsonderzoek naar verkeerslawaai komt vrijwel geen geluidsmeting van pas. Verkeerslawaai wordt in de raktijk alleen berekend met modellen. De variaties in het verkeer, en in de omstandigheden die de overdracht bepalen (het weer) zijn te groot om binnen een termijn van bijvoorbeeld enkele dagen of weken, op basis van geluidsmetingen betrouwbare uitspraken te kunnen doen over verkeerslawaai. Wij voeren geen berekeningen uit voor verkeerslawaai, noch van gevelisolatie.
Geluidsmetingen bij bouwwerkzaamheden kunnen zinvol zijn als monitor instrument. Geluidsmetingen kunnen nut hebben voor beheersing en bijsturing. Soms is het zinvol prognoses te maken, dan kunnen bewoners worden voorbereid of mogelijk zelfs alternatieve verblijfs- of overnachtingsmogelijkheden worden aangeboden. Zinvolle prognoses van bouwlawaai vereisen wel goede en voldoende detailleerde gegevens voor de invoer: aard, duur en tijdstip van de bouwwerkzaamheden, gebruikt materieel, aan- en afrij routes en dergelijke. Sinds enkele jaren zijn de regels voor bouwlawaai opgenomen in het bouwbesluit.
Hinder is een subjectieve ervaring: als een individu aangeeft hinder te ondervinden dan is dat zo.
De ene persoon kan leven met een druk gezin naast zich, een ander kan hetzelfde ondragelijk vinden.
In individuele gevallen zegt een geluidsniveau niet veel over hinder, of vice versa.
Over een geluid met een bepaald geluidniveau kan wel een uitspraak worden gedaan wat betreft de kans op hinder in een bevolkingsgroep.
Geluidsniveau is maar een beperkte manier om de kans op hinder mee te beoordelen.
De aard van het geluid (stampen, ruisen, brommen, piepen, muziek en dergelijke), heeft ook een grote invloed.
Bij het uitvoeren van een geluidsmeting in verband met burenoverlast moet vaak lang worden gemeten en moet simultaan een geluidsopname
worden gemaakt zodat achteraf kan worden vastgesteld waardoor het geluid wordt veroorzaakt.
Zo'n geluidsonderzoek is kostbaar vanwege de tijd die het uitwerken van de meting kost.
Voor burenlawaai zijn er geen wettelijke eisen of normen, ook dat beperkt de waarde of betekenis van geluidsmetingen.
Zie ook: Handreiking burenlawaai VROM en/of lees verder over geluidsisolatie >>
Het bovenstaande is niet van toepassing als een particulier hinder ondervindt van een naburige ondernemer.
Elke ondernemer moet zich immers aan algemene regels ten aanzien van geluid houden, of specifieke regels uit een mogelijk verstrekte vergunning.