Geluidwering - installatiegeluid

Samenhang Bouwbesluit en normen

Het Bouwbesluit kwam voor het eerst in 1992 in werking. Aan oudere woningen kunnen alleen eisen aan geluidwering zijn gesteld ingevolge een locale bouwverordening of een specifiek voorschrift in een vergunning of bestek. De meetmethoden om vast te kunnen stellen of aan die minimumeisen van het bouwbesluit wordt voldaan zijn beschreven in normen. Voor het bepaling van installatiegeluid verwijst het Bouwbesluit naar NEN 5077. Met de norm NEN 1070 kan de kwaliteit van geluidwering worden gekarakteriseerd aan de hand van 5 kwaliteitsklassen. NEN 1070 heeft geen relatie met het Bouwbesluit. NEN 1070 omschrijft geen meetmethoden.

Installaties

Volgens het bouwbesluit zijn "een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een warmwatertoestel, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift" allen installties waarvoor eisen gelden aan het geluidniveau. Dat wil niet zeggen dat alle daarvan afkomstige geluiden meedoen in de beoordeling: voor een toilet gaat het bijvoorbeeld uitsluitend over het geluid van het spoelen en het vullen van een reservoir.
Tot en met bouwbesluit 2003 golden alleen eisen aan het geluidniveau van naburige installaties, vanaf bouwbesluit 2012 gelden deze ook voor de installaties in de eigen woning.
Bouwbesluiteisen aan geluidwering gelden in de regel alleen voor nieuwbouw. Voor installatiegeluid kunnen de eisen aan installatiegeluid ook van toepassing zijn bij verbouw, dus ook voor oudere woningen!

Meting

Bij het meten van installatiegeluid wordt het geluid gemeten van de ingeschakelde installatie, en het geluidniveau van het achtergrond- of stoorgeluid. Soms is het verschil daar tussen erg klein en moet bijvoorbeeld in de nacht worden gemeten voor een zinvol of betrouwbaar resultaat. In de ontvangstruimte wordt ook absorptie bepaald door het meten van de nagalmtijd. Dit alles wordt gemeten per frequentieband. Aan de hand van alle meetgegevens wordt een ééngetalswaarde berekend. Dit is het A-gewogen karakteristieke installatie-geluidniveau (LiA,k) volgens de voorschriften van NEN 5077.

Karakteristieke geluidwering

De index k in beide bovenstaande beoordelingsmaten duidt op een karakteristieke geluidwering. Dit houdt in dat het gemeten installatiegeluidniveau gecorrigeerd is voor het volume van de ontvangstruimte.

Eis

Voor het A-gewogen karakteristieke installatiegeluid geldt, voor verblijfsruimten in woningen, een eis van ten hoogste 30 dB. Zie bouwbesluit online voor de volledige tekst en toelichting, hoofdstuk 3, afdeling 3.2.